Nummer: 99
Truuk: afdragen 2
Aantalpersonen: 2
Niveau: Gevorderd
Truuk uitleg: In grote lijnen dezelfde truuk als afdragen 1; Boven staat op de schouders bij Onder. O en B pakken elkaar in de vinger-pols-greep. B brengt zijn handen achter zijn billen en het bovenlijf naar achteren. B blijft met beide benen op de schouders van O staan totdat de handen geplaatst zijn. Het gewicht van B blijft recht boven de schouders van O. Belangrijk is dat B de armen van O niet mag belasten voordat de handen geplaatst zijn. Dus breng je heup omhoog en trek de armen van O iets op. O helpt mee met het plaatsen van de handen en probeert daarbij zijn armen gestrekt te houden. Als B niet je armen strekken, dan druk je jezelf namelijk naar achteren. Ga op je handen liggen, armen ontspannen; je zwaartepunt ligt onderaan je rug net boven de billen. Staan de handen goed dan brengt B zijn bovenlijf verder naar achteren en brengt B beide benen tegelijk naar voren en zijn bovenlijf zover naar achteren dat het gewicht recht boven O blijft. O heeft zijn armen gestrekt en heeft het gewicht van B recht boven zich. B ligt in plank. O zet B nu langzaam naar de grond. Tijdens het neerzetten zet O zijn handen verder op zodat B niet naar achteren valt.
Bijgedragen door: Uit "Akrobatiek" van Gerard en Benny Huisman