Nummer: 171
Truuk: Uithangvlag met losse instap
Aantalpersonen: 2
Niveau: Ervaren
Truuk uitleg: Uithangvalg met losse instap, (2)terug naar staan op een voet in handen liggende handen Onder. Onder: Zo diep mogelijk zitten dat de boven rechtop kan staan op je knieen. Knieen ver genoeg naar voren om het gewicht van de boven ruim voor je standpunt te hebben zodat je zelf naar achter kunt met je romp. Zodra B op knieen staat, haak je met linkerhand via de binnenkant van de rechtervoet van B diens wreef. Leg de rechterhand boven op de kuit van B en begin langzaam je bekken omhoog en je rug naar achteren te brengen. Intussen strekt B langzaam het rechterbeen. Zodra de rechterarm van O gestrekt is, wordt die losgelaten en gaat alles op de linkerarm verder die ook geheel gestrekt wordt. De Hand op voet greep is haak op haak! Let op: Onder gaat weg met zijn gewicht van B en daardoor kan B boven Het onderbeen van O blijven. O hangt dus veel meer dan B. Boven: Losse instap me thet evenwicht opde linkervoet die dicht bij de knieen staat. Rechterbeen zo opgetrokken dat rechtervoet halverwege tegen de binnenkant van linkerbeen hangt. R-voet op ''haak''-stand. Wacht tot O je voet pakt en strek langzaam je rechterbeen, daarbij de beweging van O volgend (niet zelf gaan) Lichaamsspanning goed vasthouden en druk over voorvoet en hiel van het standbeen verdelen om achterovervallen te voorkomen. (2)Terug naar staan op een voet in handen liggende handen Onder. Onder: Blijf je bekken heel hoog houden en knieen ver naar voren. Tot je schouders de grond raken. Onderweg heb je je rechterhand onder de voet van B gezet. Je ondersteunt de binnenkant van B''s enkel met je linkerhand terwijl B overstapt. Boven: Vanuit de uithangvlag wordt je teruggehaald. Blijf vormvast tot je over de balans van je linkerbeen heengaat. Dan zet je een beetje af van de knieen van O en gaat met halve schroef naar staan op je rechtervoet. Let op: de rechtervoet staat niet in het vlak waar je de hele tijd in was, maar iets er voor.
Tips voor de vangers: Vangen: bij de opsprong een vanger die vlak achter de Boven meeloopt en zorgt dat hij onder de romp van de Boven is op het moment dat die gaat hangen. Bij het tempo af: Begeleidt aan de boven armen of onder de oksels van Boven. Blijf met je gewicht onder het gewicht van B. Niet aftillen want dan valt O achterover. Vangen tweede deel: Sta achter B en beweeg met B mee terwijl je handen ''in de aanslag'' om het middel van B zijn.
Variaties: (2)Terug naar staan op een voet in handen liggende handen Onder. Onder: Blijf je bekken heel hoog houden en knieen ver naar voren. Tot je schouders de grond raken. Onderweg heb je je rechterhand onder de voet van B gezet. Je ondersteunt de binnenkant van B''s enkel met je linkerhand terwijl B overstapt. Boven: Vanuit de uithangvlag wordt je teruggehaald. Blijf vormvast tot je over de balans van je linkerbeen heengaat. Dan zet je een beetje af van de knieen van O en gaat met halve schroef naar staan op je rechtervoet. Let op: de rechtervoet staat niet in het vlak waar je de hele tijd in was, maar iets er voor.
Bijgedragen door: No?l Spauwen contact.teambuilding@wxs.nl