Nummer: 111
Truuk: Dubbele bolk
Aantalpersonen: 3
Niveau: Beginner
Truuk uitleg: Bij deze truk zijn er twee bovenpersonen, B1 en B2, en een onderpersoon. B1 legt o neer. O plaatst zijn voeten dicht bij zijn billen en duwt zijn bekken omhoog. B1 maakt een bolk met zijn handen iets hoger op de bovenbenen geplaatst dan bij de gewone bolk Vervolgens gaat B2 klaar staan: zijn schouders op de bovenbenen van O, dicht bij de knie?n, en met zijn handen de polsen van O pakkend. B2 staat gespreid boven O, een been aan iedere kant. Om B2 voldoende steun aan de schouders te kunnen geven is het belangrijk dat O zijn bekken flink omhoog duwt en daar houdt. B2 maakt nu ook een bolk. Afzetten: B1 en B2 komen tegelijk terug naar de grond. B1 komt met zijn benen aan de ene kant en B2 aan de andere kant van O neer.
Bijgedragen door: Uit "Akrobatiek" van Gerard en Benny Huisman